Musea hebben de afgelopen decennia een enorme transformatie doorgemaakt. “In de afgelopen twintig jaar zijn meer kunstmusea gebouwd dan in de twee eeuwen daarvoor”[i]. Internationaal is zichtbaar dat de rol van musea aan verandering onderhevig is. Over de volle breedte krijgen musea steeds meer een publieke functie, waar maatschappelijke thema’s op een interactieve manier worden belicht, veelal in iconische gebouwen.

Daarbij wordt, naast nieuwbouw, veel gebruik gemaakt van oude (veelal industriële) gebouwen die worden gerevitaliseerd. Zo is in Liverpool het Beatles museum gevestigd in de oude docks, echter nog ouderwets, sequentieel en passief (met een koptelefoon naar het volgende onderdeel) ingericht. Het EPIC museum over emigratie in Dublin daarentegen, dat eveneens is gevestigd in de oude docks, is een interactief modern museum waar de gebruikerservaring centraal staat. Dit museum is ook niet voor niets uitgeroepen tot “Europe’s leading tourist attraction 2019”.

Naast het revitaliseren van oude gebouwen met nieuwe musea worden dus steeds meer iconische gebouwen ontwikkeld waarbij architectuur de sleutel is. In west Europa zijn voorbeelden het Museum aan de Stroom in Antwerpen, het Guggenheim in Bilbao, maar ook het Eye in Amsterdam. Ook in andere werelddelen zoals het Midden Oosten worden prachtige musea ontworpen, bijvoorbeeld het National Museum of Quatar, vaak door westerse architecten van naam.
Van leenkunst naar roofkunst
In Abu Dhabu is enkele jaren geleden een icoon van originele architectuur en design als hoofdvestiging van het Louvre in Parijs ontwikkeld. De vraag rijst hier in hoeverre je kunst kunt kopen en lenen als hoofdmoot voor een ‘nieuw’ museum. Wat betekent dit voor je culturele klimaat en de beleving van bezoekers en inwoners? Toch zijn in een jaar tijd al meer dan een miljoen bezoekers geregistreerd![ii]

Naast leenkunst is een ander actueel thema, in relatie tot de meer ‘klassieke’ musea, roofkunst. Wat is roofkunst en hoe ga je hier als natie mee om? Dit raakt direct aan open zenuwen over bijvoorbeeld de rol die voormalige kolonies hebben gespeeld, zoals in relatie tot slavernij. In Nederland is de discussie actueel, waarbij het tropenmuseum en het Rijksmuseum al hebben aangekondigd roofkunst terug te willen gaan geven[iii].
Een paradoxaal voorbeeld hiervan is te vinden in het Verenigd Koninkrijk. In Liverpool is een slavernijmuseum waar expliciet de rol van het Britse rijk wordt onderkend en geïllustreerd in relatie tot haar voormalige kolonies en de slavenhandel. Een paar honderd kilometer verderop in the British Museum in Londen bestaat echter nog een erg moeizame relatie met het onderwerp roofkunst.

The British Museum geeft op haar eigen manier duiding aan hoe ongeveer de helft van alle ‘Parthenon sculptures’, als onderdelen van de beroemde tempel op de berg Akropolis in Athene, in het Verenigd Koninkrijk terecht zijn gekomen[iv]. De toenmalige gezant van de Engelse kroon Elgin was hiervoor verantwoordelijk. Weliswaar wordt erkend dat Griekenland al sinds de jaren 80 (dusver tevergeefs) heeft verzocht de Parthenon sculptures terug te brengen naar Athene, de beeldvorming hieromtrent toont geen intenties dit te doen maar in Londen te houden: “Elgins’s removal of the sculptures from the ruins of the building has always been a matter for discussion, but one thing is certain – his actions spared them further damage by vandalism, weathering and pollution. It is also thanks to Elgin that generations of visitors have been able to see the sculptures at eye level rather than high up on the building”.
De toekomst van musea
Kortom, musea zijn op drift. Klassieke musea bezinnen zich op hun (inhoudelijke) rol, maar experimenteren ook met nieuwe vormen om een unieke beleving te creëren – al dan niet met behulp van nieuwe technologie zoals virtual reality – om bezoekersaantallen op peil te houden. Nieuwe musea worden vaak gevestigd in oude industriële complexen of in nieuwe architectonische hoogtepunten. Zowel oude als nieuwe musea richten zich ook steeds vaker op maatschappelijke vraagstukken van klimaat tot veiligheid.
Zo wordt in Eindhoven verkend of een rijksmuseum voor design
haalbaar is[v]. De
ambitie is daarbij vooral een museum te ontwikkelen dat gericht is op de toekomst
als onderscheidend element, in vergelijking met de bestaande musea in het
zuiden van Nederland. Het succes van het museum zal mede afhangen van (het
iconische gehalte van) de locatie(s), het onderscheidende karakter in de regio,
de belevingswaarde en interactie met de bezoeker, alsmede de rol(len) van
design die worden belicht in relatie tot maatschappelijke uitdagingen.
[i] Pijbes, W. (2019). “Wereldwijd is het museum in opmars, vooral in de Golfstaten”, NRC, 20 maart
[ii] https://nos.nl/artikel/2258917-miljoen-bezoekers-voor-louvre-abu-dhabi.html
[iii] https://www.nu.nl/cultuur-overig/5786070/rijksmuseum-wil-net-als-tropenmuseum-koloniale-roofkunst-teruggeven.html
[iv] https://www.britishmuseum.org/about_us/news_and_press/statements/parthenon_sculptures.aspx
[v] https://www.ed.nl/eindhoven/kwartiermaker-rijksmuseum-voor-design-eindhoven-museum-is-niet-een-gebouw~aa525ba5c/
Comments are closed.